Bail d’habitation
Een bail d’habitation is een contract voor een particuliere woning.
Dit contract mag niet gebruikt worden voor het verhuren van commercieel onroerend goed. De activiteit van chambres d’hôtes valt ook onder bewoning, maar ander commercieel gebruik van het pand niet. De wet staat wel de administratieve registratie van een bedrijf toe op dit adres. Het is verplicht om de verhuurder daarvan op de hoogte te brengen, maar de verhuurder kan het niet verbieden.
De bail d’habitation heeft de volgende algemene kenmerken:
- De minimale doorlooptijd is 3 jaar
- Er is geen opzegtermijn voor de verhuurder.
- De opzegtermijn voor de huurder is maximum 6 maanden d.m.v. een exploot van een deurwaarder of een aangetekende brief. In veel huurcontracten is deze termijn teruggebracht tot 3 maanden.
- Tussentijdse huuraanpassing is verboden, m.u.v. een door de wet vastgelegde inflatiecorrectie (beperkt tot één keer per jaar).
- Het onderhoud kan vrij verdeeld worden tussen koper en verkoper, maar het onderhoud van het gebouw (fundering, dak, dragende muren) is altijd voor rekening van de verhuurder.
- De huurder moet het pand verzekeren, m.u.v. de grote aspecten van het gebouw. Daarvoor moet de verhuurder een verzekering afsluiten.
- De verhuurder mag een maandelijks voorschot vragen voor verrekenbare kosten, zoals abonnementen die op zijn naam blijven staan, waterschapslasten, etc.
- De verhuurder mag minstens twee keer per jaar het pand inspecteren, indien hij zijn bezoek (uitsluitend gedurende werktijden) minstens 14 dagen tevoren aankondigt. Het aantal bezoeken mag worden verhoogd tot één per maand in de zes maanden voorafgaand aan de afloop van het contract of als de verhuurder het pand wenst te verkopen. De huurder heeft bij verkoop altijd een voorkeursrecht (droit de préemption).
Er bestaat een variant met een kortere doorlooptijd (max. 3 jaar), de bail precaire.
Als een verhuurder zich niet aan het contract houdt (wat meestal neerkomt op te weinig of geen onderhoud) kan de huurder op eigen kosten reparaties laten uitvoeren of onderhoud laten plegen en de kosten daarvoor in rekening brengen bij de verhuurder. Verrekening met de huur is niet toegestaan.
Als een huurder zich niet aan het contract houdt, kan de verhuurder een deurwaarder inschakelen om de huurder de achterstallige huur te laten betalen, om de verhuurder toegang te verlenen, of om te controleren of de huurder de woning wel onderhoudt. De huurder hoeft zich trouwens weinig aan te trekken van zo’n deurwaarder. Pas na een gerechtelijke uitspraak kan een verhuurder zijn rechten afdwingen.