Loodhoudende verf
In de compromis de vente wordt dit onderwerp ook wel aangeduid als Lutte contre le saturnisme (de strijd tegen loodvergiftiging).
Dit onderzoek hoeft alleen maar te worden uitgevoerd als het pand in 1948 of vroeger is gebouwd. Voor meer recente huizen hoeft dit rapport dus niet te worden opgemaakt. Het onderzoek resulteert in een rapport dat Constat de Risque d’Exposition au Plomb (CREP) wordt genoemd.
Het gevaar van loodhoudende verf bestaat uit het feit dat (vaak kleurrijke) schilfers zoet smaken en door kinderen zouden kunnen worden opgegeten. Ook zou stof kunnen worden geïnhaleerd of ingeslikt. Indien het technische rapport aangeeft dat er, bv. op deurposten, loodhoudende verf is geconstateerd, maar dat die in goede staat verkeert, kunt u dit rustig voor kennisgeving aannemen. Blijkt de verf afgebladderd te zijn, geeft u de deurpost best een nieuwe laag verf.
Alleen wanneer er erg veel afbladderende loodhoudende verf wordt aangetroffen, is de technisch inspecteur verplicht om het rapport op te sturen naar de Milieudienst van het Departement. Enkel in dat geval kan de eigenaar worden verplicht om maatregelen te nemen.
Het loodgehalte wordt gemeten met een radioactieve meter die Cobalt (Co 57) als stralingsbron gebruikt. De gemeten looddichtheid wordt uitgedrukt in mg/cm² , een waarde van minder dan 1 mg/cm² geldt als ongevaarlijk. Lood wordt tot een diepte van 5mm gemeten; de indringdiepte van lood zou 2-5 mm bedragen - afhankelijk van de houtstructuur. Ook na afschuren of afbijten van oude verflagen, bevindt zich nog steeds lood in de poriën van het hout. Dit is evenwel niet gevaarlijk.