Andere belastingen voor ondernemers

Naast de belasting over de winst (in de IR of in de IS) heeft de Franse overheid nog een paar andere belastingen in petto voor de kleine ondernemer:

De BTW, oftewel de Taxe à la Valeur Ajoutée (TVA). Ondernemers die hebben gekozen voor het micro-régime vallen buiten de TVA, tot aan een bepaalde omzetgrens. Zij die hebben gekozen voor het régime réel en bijkomend hebben verzaakt aan het vrijstellingsregime voor kleine ondernemingen, moeten per kwartaal (bij grotere bedrijven: per maand) een TVA-aangifte doen. Zij moeten TVA rekenen over hun producten en diensten, maar ze kunnen betaalde TVA op hun inkoop verrekenen of terugvorderen.  Frankrijk kent drie TVA-tarieven (afhankelijk van de productcategorie): 20%, 10% en 5%.

De taxe professionnelle is in 2010 afgeschaft (maar de oude term wordt nog wel eens gebruikt) en werd opgevolgd door een nieuwe belasting, de contribution économique territoriale (CET), bestaande uit:

  • een heffing op het onroerend goed van de onderneming (de cotisation foncière des entreprises, CFE). De CFE wordt door de gemeente bepaald en kan dus heel wisselend zijn. De nationale overheid heeft evenwel, om misbruik door gemeentes te voorkomen, het tarief beperkt tot de bandbreedte van €221 – €1050 per jaar voor bedrijven met een jaaromzet kleiner dan € 32.600 en tot de bandbreedte van €221 – €2207 per jaar voor bedrijven met een jaaromzet kleiner dan € 100.000. Bij hogere omzet ligt het maximale bedrag hoger. Startende bedrijven krijgen in het jaar van oprichting vrijstelling van deze belasting en tegen het einde van het jaar moeten zij een vragenlijst invullen, die de belastingdienst voldoende informatie moet geven om de aanslag op te kunnen stellen voor het daarop volgende belastingjaar.

    Voor ondernemers die een deel van hun woonhuis commercieel exploiteren (chambres d’hôtes, verhuur van gîtes, camping, opslag, feestzaal, atelier, etc, etc.) is het van belang te weten dat de CFE in de plaats komt van de taxe d’habitation voor het geëxploiteerde deel van het onroerend goed. In de regel wordt de verdeling tussen woonhuis en commercieel geëxploiteerd deel vastgesteld aan de hand van het vloeroppervlak. Voorbeeld: bij een totaal oppervlak van het pand van 200 m2, waarbij 50% commercieel wordt geëxploiteerd, wordt de taxe habitation slechts over 75% van de waarde van het pand berekend. Het is mogelijk dat door de CFFE over een gedeelte van het pand, en dus de totale belastingdruk voor de gebruiker (taxe d’habitation voor het woongedeelte plus CFE voor het professionele gedeelte), toeneemt of afneemt.

 

  • Een heffing over de TVA, de cotisation sur la valeur ajoutée des entreprises, CVAE. Indien de ondernemer heeft gekozen voor één van de belastingregimes, waarbij hij buiten de TVA valt, dan hoeft hij de CVAE niet te betalen en bovendien wordt de CVAE alleen opgelegd aan ondernemingen met een omzet hoger dan ongeveer € 150.000/jaar. Vanaf 2024 wordt de CVAE volledig afgeschaft.